Centraal Tooneel
Naam | Centraal Tooneel |
---|---|
Opgericht | 1930 |
Genre | Toneel |
Informatie
Centraal Tooneel was de naam van een nieuw toneelgezelschap in Amsterdam dat per 1 september 1930 start ging, onder directie van Louis de Bree en theaterdirecteur en producent David Sluizer.
De Bree wordt artistiek leider, Sluizer (de directeur van het Centraal Theater), wordt de administratief leider. Het gezelschap heeft het Centraal Theater als thuisbasis.
- De informatie in het naslagwerk van Piet Hein Honig 1984 is iets gedifferentieerder:
- (1) Centraal Tooneel onder leiding van Louis de Bree, David Sluizer en Cor Ruys met als thuisbasis: Centraal Theater, Amsterdam brengt producties van 1927-1932.
- (2) Centraal Tooneel onder leiding van Louis de Bree, David Sluizer en Cees Laseur met als thuisbasis: Centraal Theater, Amsterdam brengt producties van 1927-1946.
Het 'tableau de la troupe' vermeldt in eerste instantie de namen van Lily Frenkel-Bouwmeester, Mien Duymaer van Twist, Mien van Kerckhoven-Kling, Annie de Bree, Kerstie Römer, Bets van Lonkhuijzen en de heren Louis de Bree, Theo Frenkel jr., Johan Kaart jr., Philippe la Chapelle en Gerard Hartkamp. Als regisseurs treden o.a. Constant van Kerckhoven jr., Louis de Bree en Johan Kaart jr. op.
In het tweede seizoen (1931-1932) sluiten zich o.a. Mary Dresselhuys, Leonie Madier, Flor la Roche, Cees Laseur en Joan Remmelts bij het gezelschap aan.
Op 6 november 1935 werd ten overstaan van notaris Samuel Teixeira de Mattos door David Sluizer (theaterdirecteur) en David Bloch (koopman) Centraal Tooneel N.V. opgericht. Het Centraal Tooneel N.V. was in feite de (financiële) opvolger van het Centraal Tooneel dat in 1927 was opgericht door Louis de Bree, Cor Ruys en David Sluizer.
Cees Laseur, die vanaf 1932 artistiek leider van het gezelschap was, nam vanaf 1936 de directie op zich. Onder zijn leiding besloot het gezelschap meer (succesvolle) societystukken te gaan spelen. Maar ondanks dit succes kon het Centraal Tooneel door de crisis van de jaren dertig met moeite het financiële hoofd boven water kon houden.
De kleine kern van het Centraal Tooneel en Centraal Tooneel N.V. werd gevormd door Tilly Lus, Mary Dresselhuys (die van 1934 tot en met 1946 met Cees Laseur getrouwd was), Rie Gilhuys en Joan Remmelts. Hierdoor kreeg het ensemble een eigen karakter en eigen gezicht.
Het feit dat de Duitse bezetter op 19 februari 1942 de Kultuurkamer invoerde was voor het Centraal Tooneel geen aanleiding om te stoppen met spelen. In 1946 nam Laseur afscheid van het Centraal Tooneel N.V. en met hem hield het gezelschap op te bestaan. Waarom de N.V. pas in 1951 officieel werd opgeheven is niet bekend.
Enkele door het Centraal Tooneel opgevoerde toneelstukken: Potasch en Perlemoer (Charles Klein), Golden Boy (Clifford Odets), Het is er geen tijd voor (Samuel Nathaniel Behrman), Le figurant de la gaieté (Alfred Savoir), Het spel der vergissingen (William Shakespeare), Adriaan en Olivier (Leonard Huizinga) en Paarlen voor de zwijnen (Willy van Hemert).
Voorstellingen
Een chronologisch en daaronder een link naar een alfabetisch overzicht van de voorstellingen die onder deze naam als producent, in première zijn gebracht, voor zover geregistreerd in de productiedatabase
- Het alfabetisch overzicht van deze voorstellingen
Bronnen
- Productiedatabase
- Het Vaderland; 16-08-1930 & Algemeen Handelsblad; 20-08-1931
- David Gribnau, Inventaris van het archief van het Centraal Tooneel N.V., (1927) 1935-1951, Theater Instituut Nederland 1994.